234 J- p* michell antwoord II. De flym uit de eerfte wegen te verdunnenen te ontlasten. III. De uitwaasfeming te herftellen. IV. De koorts tegen te gaan. V. De toevallen te verzachten. En wat de eerfte aanwyzing aan gaat; deze wordt het best voldaan, «door verdunnendeoplosfende en ontfpannende middelen, als door af- trekfel van vlier, camillemelisje enz., door de verzoete zuure geesten, door kleine giften van den ipecacuanhaden tartarus emeticusen andere bereidin gen van het fpiesglas; fomtyds is tot dit oogmerk eene aderlating dien- ftig, ja in eenige, fchoon weinige ge vallen, moet zy herhaald worden. Afleidende middelen, zyn ook met dit inzicht zeer aan te pryzende fpaanfche vliegen, op de aangedane plaats aangelegd, doen hier wonde ren; zy nemen de pyn fchielyk en veilig weg (p); en welke redenen tballes, tegen het algemeen gebruik dier plaasters, ook moge te berde ge- bragt hebben (q), wy zyn, met den Heer (p) Zie stolt. P. II, I. c. (qj De ufu veficantium fahïbri et noxio

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 308