over de febres catarrhales. 235 Heer foesten, met stoll en ande ren, van hare nuttigheid in de Febres Catarrhalesdoor de ondervinding ten vollen overtuigdverzachten- de middelen komen voornamelyk in aanmerking, wanneer de binnenfte op pervlakte der maag of der ingewan den, aangedaan is, wanneer 'er eene roosachtige ontfteking in de darmbuis zelve, met hare gevolgen, welke niet felden eene ware persloop uitma ken (r), plaats heeft; dan komt ook het heulfap te ftadehet welk in de epidemien der persloop in ons land, meestal van nut geweest is. Getui ge zy de epidemiete Harlingen in 't jaar 1779 waargenomen, getuigen de waarnemingen van den kundigen len- sius, van den geleerden stinstra en anderen; en daar nieuwere proe ven (s), de rottingwerende kracht des opiums getuigen, daar de waarnemin gen van een en pott, du pui en ande ren, ons derzelver kracht in verder ving geleerd hebben, zo kan geen ge- neeskundige zich met recht verwonde ren, o (r) Zie stoll p. III, de dyfenteria en oppeni-iei- $IEN disf- da dyf. Visnn. 1782. (s) Zie de haas disf. de opioUltr. 1783.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 309