238 J. P. MICHELL ANTWOORD eerst zodanig gezuiverd zyn, dat men geen fpoor van eenigé ziekteftof ont dekken kan, van ons af te werpen. De koorts zelve, maakt door zyne on regelmatige bewegingen de vochten fcherp, bederft de lpysverteering, en brengt dus met elk eene aanval, een nieuwe ziekteftof voort; de koorts moet dus krachtdadig tegengegaan worden; en wyl deze koortfen van een tusfchenpozenden aart zyn, en hare onafgebrokene aanvallen, ftegts alleen van de complicatiewrelke zy met elkander maken, afhangen; zo ken ik geen beter middel, om dat ein de te bereiken, dan den peruviaan- fchen bast; deze moet, wanneer aan de eerfte indicatien voldaan is, en men de hevigheid der koorts vreest, den lyder in fubflantie worden toege diend; zo dat hem, indien het mo- gelyk zyalle twee uurenten minften een halve drachmagegeven worde; dan dikwerf, en meest altyd, moet hy door üym oplosfende en verdunnende middelenworden onderfteund en hier toe kunnen wy by ondervin ding, de middelen welke uit het fpies- glas bereid worden, en de bloemen van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 312