zonderheid over den letterlyken zin der Roodagtigheid van Judas oogenge heel zouden vervallen en enkel denk beeldig worden, indien de kleur van den sorekl of edelsten wyn Ugt-geel was geweest. Vermits nu het regt verftand des voornoemden i2den vers ten 'eenen- maal, althans myns erachtens, af hangt van de kleur, die men toeeigent aan den sorekl of edelsten wyn, merkt een doorzigtig Lezer reeds, dut de behandeling van dit onderwerp niet behoort tot het (yevoXsyjii) beuzelen over niets waardige dingente minder daar by deze gelegenheidaan ver- fcheidene fchriftuurtexten en oudheid kundige zaken, zoo ik meen, geen gering licht wordt bygezet. Wanneer myne bedenkingen aan den eenen kant tegen de ligt-geeleen aan den anderen kant voor de purper- roode kleur (f) van den sorekl of edel sten wyn, ingang vinden by kiefche Bybelminnaars, dan, en niet eer, zal R 3 ik BYBELSCHEN SOREK-WYN. 2ÖI (f) De hoofdkleuren der Wynen zvn maar twee, de Witte cn de Roodegelyk tot de ccrfte behooreu de ligt-gez'ezoo tot de laatfte de 'purpere kleuren. 'Ak myne Byzonderh. I. Deel, bl. 97 cn 9L

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 335