planten (wynvrugten) en geel vlas.
Deze redenering die vernuftig is
wordt niet alleen van wylen den Heer
tjeenk, maar ook van den grooten
viTRiNGA (i) toegeftemd; des niet te
gengaande twyffel ik zeer, of ze de
proef van een nauwkeurig onderzoek
zal konnen doorflaan.
IV. Het Hebreeuwfche woord
ÖT'^S Pischtimvertaald door vlas,
wordt met de woorden Scbesch en
15 Bad(beide fyn linnen aanduidende)
gedurig.verwisfeld. braunius (k) heeft
dit met merkwaardige getuigenisfen
bevestigd. Nooit (zegt hy) vindt men
Schesch en Bad in den Talmud anders
R 5 over*
I
BYBELSCKEN SOREK-WYN. 265
ten (le Heeren der Heidenen zyn omvergeftooten
iiaamlyk, 0111 dat ze tc veel van derzelver vrugt ge
dronken hadden. De Uitlegger van Jefaia Ad h. 1.)
noemt deze Verklaring, (volgens welke de planten
voor derzelver vrugt genomenen als het onderwerp
der gezegdens aangemerkt worden) fraai en geleerd
en bcvestigtze mtt.fef. XXVIII: 1. "Wee de bovaar-
dige kroon der dronkenc van Ephraimwelks heer-
lyke cieraad is een afvallende bloem, die daar is
op het hoofd der zeer vette valleië der geflagene
van den jvyne".
(i) Ad Jef. V: 2, ct cap. XIX9. schultens in
Prop. XKÏII: 35.
(k) De vestitu Hebr. libI. cap. VI. VIII.