XXXI Fen tweede Antwoord, op dezelve Vraag in- gekoomenonder de Zmfpreuk wil het Genootfchap gaarnmet eenen zilveren Eerpenning bekroonen ten welken einde, de Schryver verzogtwordtzyn naam, binnen zes weeken, door eenen Brief te willen openbaaren, indien hy verkiest, dit bewys der hoogachting van de Maatfchappye, voor zynen nuttigen arbeid te ontfangen. Dewyl men, gelyk in anderen, ook inzonderheid, veel goeds gevonden heeft, in een derde Antwoord, ten zinfpreuk hebbende: Concordia res parvn ere scantzou het den Ge- nootfehappe aangenaam zynindien de Schryver daar van zig insgelyks wilde bekend maaken wanneer hy verkoordat menmet meldinge van Zynen naam, daarvan, dat gebruikmaakte, het geen men zal nuttig oordeelen. Het Genootfchap, op het edelmoedig verzoek, en ten kosten van zyne Excellentie, den Hoog- Edelen Welgeboren Heere w. c. h. Baron van lij n d en tot Biitterswyky Reprafenteerende den Heere Prinfe Erf-Stadhouderals Eerden Edele van Zeelandi enz. enz., onder toezeggingevan den gouden Eerprys, elk uitgenoodigd hebbende, om optegeeven het different der fcbadelyke V/isfel- courswelks tn ieder der zes Vereenïgde Provin ciën j. Een wyz' beeft zig 't gefnap van V graauva met aan te trekken Wyl Onfchuld en Verdienst bent eencn muur verftrekken. horativs,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 33