lyk(m), en meest in iEgypten gewerkt
wordende (n) linnenhet welk de ou
den By if us en onze Bybelvertalers fyn
linnen noemen. Omhelst men die ver
taling, dan verliest men aanftonds in
de uitdrukking Pischtim Serikothhet
denkbeeld van geel: want het fyn lin
nenBysfus geheten, was niet geel,
maar blinkend witVergun my, eer ik
dit betoogiets vooraf van het blin
kend wit te mogen zeggen.
V. De Grieken drukken het witi
blinkende uit door Xctpmpoghet welk
meer beduidt, dan Aevv.bc wit (o),
fchoon het ook waar is, dat die twee
woorden wel eens, ten aanzien van
een en het zelfde onderwerp, met el
kander verwisfeld worden. De Laty-
nen maken van 's gelyken onderfcheid
tusfchen candidus en albus. virgili-
us (p) keurt dc witte kleur {color albus
in
(m) Tiet werd tegen goud gefchat. plin. IliJ}.
Nat. lib. xix. cap. i.
lxxu'i.
BYBELSCHEN SOREK* WYN. 267
(11) JEgyptum genuinam praeflantisjlmi Uni pa-
triam omnes agnescunt. Conf. olaus celsius Iliero-
bot. part. iipag. 286 fecjq. Edit. Amjl. 1748.
(0) j. casaub. adv. BaroniumExercit. xvi. cap.
(p)georg. lib.Ill: vs. 83. /eneID. lib. Ill; vs. 538.