het oude /Egyptifche Lynwaad, en eenige van onze Geleerden verbeel- den zig, dat het zelve zoo fyn en kostbaar geweest is, dat men thans de konst niet meer zou weten, om het tot volkomenheid te brengen» De lof, door de Grieken aan het 5, zelve gegeven, heeft hen dus doen denken; dog de Grieken, zelve weinig vlas hebbende, en niets van de weefkonst wetende, maakten de- zen ophef natuurlyker wyze. Men vergelyke llegts een Huk Hollandseb Lynwaad, met dat, waarin deEEgyp- tifche Mumien liggen, welke de oud- fte en voornaamlle iLgyptifche Fa- brykwaar is; en dan zal men wcl- haast bevinden, dat het beste en pragtigite /Egypt'ifche Lynwaad zeer liegt zy, ten aanzien van het onze. 't Was toen pragtig en goed, en werd van Koningen en Voriïen ge- 3, dragentoen fEgypten 't eenige Land was, welk vlas teelde en des- zelfs bereiding verftond". Deze Hel ling, aangaande de geringheid van het oude iËgyptifche linnen, lpreekt, ge- lyk te voren getoond is, de geheele gewyde en ongewyde oudheid" tegen en 278 P. HOFSTEDE OVER DEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 352