280 p. hofstede over den della valla (c)die alleswat dc Mumien betreft, met de grootfte op- merkfaamheidzonder geld, tyd of moeite te fparen, onderzogt heeft, kogt, van de Landlieden te Sakarade gezalfde lighamen van een Jongeling en jonge Dochter, beide pragtig ver- fierd en uit een eerst onlangs geopen- den grafput gehaald. Van den eerften zegt hy onder anderede klederen de- zes Jongelings waren lang van den hals tot de voetenen van fyn lynwaad. Ver- volgens zelf in den put nedergelaten en onder de gewelven geraakt zynde, bevond hy het aldaar rondom met doode lighamen gevuld, op een en de zelfde wys met gelyke JJuiers en met gelyke balfems begraven. Dog behalven de twee voorfchrevene, welker rustalrêe gehoord was, ontdekte hy nog één Mumieallezins door goud en fchil- derwerk aanmerklyk. Alle de ande re, van een groot getal, misten de verfierfels van goud en fchilderwerk waren met Jlegte windfels bewonden, en met gemeene gom gebalfemd. Een waar- Ce) ReizenI. dpel. bl. 112 fcqq. Gcdr. Amfl, j$U,-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 354