2$2 P, HOFSTEDE OVER DEN Nisfen, waarin de Mumien, in der* zeiver kisten, op de voeten ftaande, bewaard worden. Deze Nisfen zyn wederom met een muur toegemet- n feld, zoo dat men 'er van buiten niets aan zien kan". Dit is alles, 't welk hy ons van de Mumien der men- jcben berigt, en het blykt niet, dat hy één eenige van dezelve nader onaer- zogt heeft. Misfchien is hy door het grofagtig linnen der vogelpotten in het misverfland geraakt, dat de mensch- lyke Mumien met geen fynder lynwaad bekleed zouden zyn, De vierderlei fbort van krekels en de huppelende fpringhanen in de vlakte van Abufi fchenen bekoorlyker in zyne oogen, dan alle de Mumien van dien oort: want, na niets meer verhaald te heb ben dan gezegd ismaakt hy 'er zig af, met deze woorden"Des morgens ten tien uuren, keerden wy uit deze 3, onderaardfche holen weder naar de vlakte, welke my door haar verge- zigt en door de natuurlyke zeid- faamhedenwelke ik daar vondt, een veel grooter vermaak verfchafte, De Infecten welke ik daar ontdekte maakten het groodle voordeel uit w u

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 356