Vanom de kleur der Paarden, by Za«
charias (Cap. I: 8.) Serukim genaamd,
dan te wyzen en te bepalen. Men
fteltuit kragt van die zelfde woord
gronding, vast, dat de Paarden, wel
ke in het Prophetisch gezigt vertoond
worden, van meer dan eene kleur, en
dus van gefcheidenverdeelde verwen
geweest zynwaarin dan ook het
denkbeeld van fnyden en gekleurde
Jlrepenals van menie, zou doorlie
ten (o). Deze verfcheidene of mengel
kleur in de bedoelde Paardenheeft
reeds het oog der LXX, der Arabi-
fche, der Syrifche en Latynfche Over-
zetters tot zig getrokken. Edog, 't
geen daar voor bygebragt isdunkt
my meer vernuftig, dan beflisfcnd, te
Wezen. De afleidingen en overbren
gingen (het zy met eerbied gezegd!)
ïchynen te ver gezogt en niet van dien
aart te zyn, om daar uit iets, met vol
komen zekerheidomtrent de ware
kleur der Paarden Serukim te befluiten;
T 2 te
BYBELSCHEN SOREK-WYN. 2pE
(o) Alles wattot dus Verin deze aangaande
de woordgronding gezegd is ben ikindien men de
aldaar genoemde fchryvers uitzonderJ, verpligt anti
de kundigheden van Iemand, die my het zelve, dorr
een tweede hand, zonder bekend te willen zyn, be-
leei'Jlyk heeft medegedeeld.