298 P. HOFSTEDE OVER DEM
Eilanden van Elizade voorheen ge
melde Bysfus der Eleërs bedoeld
wordt (c). Maar dit zou nader onder-*
zoek verdienen. Ik doe 'er flegts by,
dat hetgeen de Onze, ter aangehaal
der plaats byjefaiaswitte {lof noemen,
in de Arabifche overzetting voorkomt,
onder den naam van purper
XII. Wie, die dit alles naairw-
keurig overweegt en famentrekt
merkt niet, dat het bewys voor de
geele kleur van den Sorek-wynopge
maakt uit vergelyking der paarden van
Zacharias, met de uit gele zene wynftok-
pianten, en het fyn linnen van Jefaia,
meer fchynbaar dan wezenlyk is; ja,
om de waarheid te zeggen, alles, van
het eerlte, en niets van het laatfte, heeft.
XIII. Laten wy zien, of het
tweede bewyswaar mede de Schryver
der Aanmerkingen over den Bybelfchen
Soreky het gevoelen van bochart
zoekt te onderfchragenvan meer ge-
wigt en klem is. Het is genomen van
het berigt der Reizigers, hasselquist,
doubdan, en ignatius van rhein-
fel-
(c) bochart Geogr. lib. III. cap. IV,