De drie eerstgenoemde Schryvers konnen hier daarom, ten aanzien van de kleur, alleen in aanmerking komen. hasselquist verhaalt, dat de wynltok- ken, welke nog tegenwoordig te Hebron groeijenzulk een volmaakt goeden Rhyn- fcben (en dus geelen) wyn uitleveren ah de Europeefcbe is. Hy bevestigt zyn fmaak, met de getuignisfen van alle de Franken te Jerufalem, alwaar hy de zelve proefde by de Latynfche Mon niken, die de geringe veelheid der zeiver te Hebron gemaaktjaarlyks van de Am blers opkoopen. De alles onderzoeken de michaclis (e), twyffelende of has selquist, als een Zweed zynde, wel den regten fmaak van den Rhynfchen- wyn wist te onderfcheiden, nam de gelegenheid waarom zig daar van nader te verzekeren, door middel van een Arabifchen Emir toen juist te Gottingen tegenwoordig. Laten wy den goo 9. HOFSTEDE OVER DEN binnenfte van Afrikade gfoote van een kind zou den te boven gaan. Ik zwyg van de grollen der Jo den aangaande de zwaarte der druivendie ?er i;t de andere weereld zullen zyn (7). (e) Vertaalde Oosterfche Biblioth. III. Huk", pag. 103. Gedr. Utrecht 1781. Cotif. bartolocckjs in Bib!. Ral)!>. tam. I. pag. 525. fejj. Edit Rem. l6?ö.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 374