door het geweldig gisten (o) en brui- fchen van den most. Niets bevestigt meer de veelheid van den rooden wyn in 't oude Verbondsland, dan dat de zelve den Godsdienst toegewyd was. Tot de heilige dingen, zeggen de Tal mudisten (p)wordt roode wyn ver- eischt. Het drankoffer had zyn maat, naar evenredigheid der andere offer handen. Zoo veel olie als 'er tot een fpysoffer ging, zoo veel wyn werd 'er tot een drankoffer genomen (q). Tot een jaarig Lam gebruikte men een vierde deeltot een Ram een derde deel, en tot een Rund een halve Hin wynsenz. Ook fchikte zig het getal der drankofferhandennaar 't getal der beestenwaar uit dan ligtlyk blykt, welk een groote hoeveelheid wyns, 'er alleen tot den Tempeldienst noodig was. Toen Salomo, 1 Kon. VIII: 63, twee en twintig duizend os- V 3 fen, BYBELSCHEN SOREK-WYN.' 309 (0) Vide elegantem Disfertationem doctisjtmi ra- vii, de Vindemia et Tarcularibus Vet. Ilebr. cap111. III. (p) t ightfoot Op. Posthnmapag. 52. Edit. Traj. 1699. (q) j. LUNDius Joodfche HeiligdommenII. dec]:. III. bock, hoodtluk XXXIX. 83, 84. outramhs de SacrJficiis If u.I acrelib. I. cap. VIII. 5.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 383