3i8 p. hofstede over den vloeit. De overige zegeningen, in den Text opgeteld, zyn mede van de edelfte foort. Boter van koeijen is de aangenaamfte boter. Melk van klein vee (fchapen en geiten) de voedfaam- fte (o) fpys. De lammerenrammen en bokkenzyn hier niet alleen vetmaar ook geweid in Bazanhoedanige voor de beste gehouden werden (p). Het vette der nieren van tarzo is, naar een fpreektrant, den Hebreen eigen (q), de fynfte meelbloem, van allen zemel, en bolder gezuiverd. Daar dan al le fpyzen, van welke, ter gemelder plaats, gefproken wordt, de edelfte in foort zyn, fpreekt het van zelf, dat wy aldaar mede, om den edelften drank te denken hebben, en dus door druivenbloedden besten rooden wyn te verftaan hebben. Wie kan 'er nog langer aan twyffelen, die gadeflaat, dat Gods Geest het dus verklaart, 'Er ftaat niet in den oorfpronglyken Text, gelyk de Onzen het vertalen: Drui venbloed reinen wynhebt gy gedronken maar druivenbloedroodenhebt gy ge el ron- (o) va raio de Re Ruft. lib. II. cap. XI. (p) bochart Hieroz. lib. II. cap. XLVIII. (qj Conf. marck. ad h. I.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 392