BYBELSCHEN SOREK'WYN. 319
dronken. "Vermits de leenfpreuk
(fchryft (r) calvyn) van de roodheid
des wyns genomen is, heb ik niet
getwyffeld, het by woord nan» Che-
merop het einde van het vers, te
vertalen door rood: die het
overzetten door reinenhebben veel
eer de zaak, dan de betekenis van
het woord beoogd". Chemeraf
dammende van "lan rood zyn (s), be
duidt niet enkel rooden wyn, maar bes
ten rooden wyn, of, gelyk onze Kant-
tekenaars het uitdrukken rooden
wynigen wyn. r. sal. jarchi (t) heeft
vineuxuitjlekenden wyn in fmaak. Zoo
wordt het gebruikt, voor dien Ko-
ninglyken rooden wyn, welke Bellazar
dronk, Dan. V: 1, 2, 4 en 23. Des
gataker te regt en met veel vertrou
wen zegt, dat hy het woord Chemer
nergens, met betrekking tot den wyn,
dan in den zin van edelheid aangetrof
fen heeft (u).
XIX,
Cr) Ad h.
(s) ROCHART, I. C. Cap. XII. BYN7EUS de mor te
Jefu Christilib. I. cap. VIII. XXXI.
(t) In Comment, ad h. 1.
(u) Adverf. Miscell. cap. V. pag. 448. Edit,
Trajad Rhen. 1698,