ïnwinning der jooden. 327 gemoed, bieden en beveelen aan hem hunne wet aanwaar op de Pausnaar een gebruikelyk voorfchrift, dan ant woordt: Beminde Hebre'érswy pryzen en ver eer en uwe wet, als welke van den Almacbtïgen Goddoor de handen van Mof es, aan uwe Vaders is overgeleverd, maarwy veroordeelen het flipt waar nee- men van dezelve, en uwe ydele verkla ringen: om dat het geloove der Apostelen leert en predikt, dat de Zaligmaker, wel ken gy lieden verwacht, van overlang ge komen is; dat geloove predikt onze Heer Je)us Christus, die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en regeert in alle eeuwigheid. Zie het pontificale ro- manum, pag. 47. Dan, hier uit ryst nu eene Vraag: zyn alle mogelyke middelen op dit pas, zoo uitgeput, dat5er nog niet een of an der zoude overig blyvenik bekenne vooraf, dat het Joodfche hartsgeftel grootendeeis aan de hardde rotfen ge- iyk ftaat; dat de Bybelplaatfen Jjf 6 en Hand. 28, in hen ten vollen be waarheid worden, en, op het flot de zer Verhandeling, zal misfchien blyk- baar worden, dat 'er ter hunne volks- bekeering iets buitengewoon, 't geen X 4 God-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 401