330 p. nieuwland over de Joödfche Leeraars famengeftelddoor hoog gezag belegdmet de noodige vereischten, welke onder aannader be paald zullen worden. Ik weet, dat ie mand der Kerkelyke gefchiedenisfen kundig, my in der yl zal te gemoed voeren, dat ook dit voorgejlaage middel ter uitvoer gebracht is0 en wel meer dan eenmaal. Laten wy de twee gevallen welke hier in aanmerking kunnen ko men, hiftorisch melden, en betrach ten. Het eerfte Haat geboekt by nice- phorus callistusL. i. Hifi. Eccl. C. 36en komt, wel vertolkt, hier op ne der: de J00denoverwegende de geloofs verandering van Keizer constantinus, raadden aan de Moeder van den Keizer Helena, dat ze haar en Zoon fchryve, en hem vermaanedat by, in zo verre wel gedaan heeft, met ajtegaan van den dienst der Afgodenmaar dat hy kwalyk ge daan heeftmet de nieuwe leer der Naza- renen te omhelzen. helena bewilligt hier inen fchryjt aan haren Zoonvolgens dien inhoudde Keizerdezen brief van zyne Moeder ontfangen hebbendeheeft op denzelven naar behoor en geantwoord maar te gelyk Jommige Jooden mar Ro me opontbodencm mei de Leeraars der Chris1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 404