338 V. NIEUWLAND OVER DE
de, nog iets voor de geloofwaardig
heid van het zelve te pleitenik zal
dit opgeeven uit vriemoet ad diet
clasf. V. T. T. i. pag. 91. De Hoog
leeraar heeft zich de moeite gegeven
te fchryven, aan den geleerden Hun~
garifchen Profesfor david sarcanius,
welke hem te rug fchreefdat 'er wer-
kelyk eenige nagedachtenis van dit Jood-
fche Synode in Hungarien overig was,
en, dat johannes patayus, een be
roemd Predikant in Hungarien, aan
hem sarcanius meer dan eens ver
haald heeft, met byvoeging van veeie
byzonderhedenhoe zyn Grootva
der die ook johannus patay genoemd
was, hem hier van bericht gegeven
had; en, 't geen aan dit verhaal klem
byzet, is, dat die laatstgenoemde
Kleinzoon patay, terwyl zyn Groot
vader, in 't Jaar 1727, zyn honderd en
vyfde jaarlustig en vrolyk beleefde
den ouderdom van 26 of 28 jaaren be
reikte, en in die gewesten verkeerde,
toen zyn Grootvader hem dit verom-
ftandigd verhaalde, en dus een zeer
bekwaam getuige was. Men zie het
mus. brem. T. 2. pag. 493. Intusfchen
toefde de Profesfor vriemoet, op na-