uit reisbeschryvingen. 357
geen hy daar van fchreef, met deeze
Verhandeling, wil vergelyken zal
men dit, zo ik meen, bevestigd zien,
en ontwaarendat hier geen Crambe
repetita, wederom voorgezet wordt,
2,
Om in de opheldering, der Schrift
uit Reizen, gelukkig te flagen, is niets
noodiger, dan dat men alvoorens, in
de Grondtaalenervaaren zy; want
men dient eerst de plaats, welke men,
uit zeekere Gewoonte, of anderzins,
wil ophelderen, taalkundig te ver
daan mischt men die ervaarenheid,
en heldert men zeekere plaats op, zo
ais men die leest, in de Overzetting,
van welke men gebruik maakt, dan
loopt men gevaar, om meenigwerf,
den Tekst dier Overzetting, en niet
den eigenlyken Tekst, der Schrift,
toetelichten. harmar, wiens verdien
den, in deezen tak, anders niet te ver-
ftnaaden zyn, heeft zig hier aan, niet
zelden, fchuldig gemaakt (f), en aan
z 3 fa-
(f) Waarmemingenover hei Oosten uit Reisbe-
fchryvingeitot opheldering der li. Schrift. vi. deb
iet. utrecht 17741781.