UIT REISBESCHRYVINGEN. 359
Ihidie maaken moeten, dat zy den tyd,
gefchikt, om schroeder ofwYnpersse
te beftudeeren, niet befteeden, in het
leezen, van chardin, of niebuhr. In
een uur anders, van uitbanning, kan
geene Leezing hun nutter zyn.
3.
Niet minder is het noodig, dat, al-
voorens men Reisbefchryvingen leest,
met oogmerk, om de berichten, daar
in vervat, op de Gewyde Schriften
toetepasfen, men in den inhoud, van
deéze, meer dan gemeen, ervaaren
zy, anders moet men noodwendig,
veel van de vrugt, dier leezing verlie
zen, en meenig Berigt, waar uit over
deeze of geene plaats, een helder licht
kon verfpreid worden, onbenuttigd laa-
ten. Naar maate men meer weet, wel
ke plaatzen nog duister zyn, en zulk
een licht begeeren, en naar maate men
den Bybel, meer met aandagt en met
de opmerkzaamheideenes Uitleg
gers, geleezen heeft, naar die maate,
zal men ook meer voordeels, uit het
leezen, der R.eizen trekken.
I3y voorbeeld: wat nut het iemand,
Z 4 dat