364 G. KUIPERS OVER DE H. Sj 4- Om, in dit zoort, van Opheldering gen, dien trap van zeekerheid te er langen, voor welke zaaken, van dee<- zen aart, vatbaar zyn, moet men zig vooral houden, aan de echte bronnen men wagtte zig, daar toe, verdichte Reizen te gebruiken, die om den tyd te verdry ven, of om den broode, faam- gefteld werden, door Lieden, welke mooglyk nooit, buiten de cingels, der Stad, hunner wooning, zyn geweest, onder welke, voornaamlyk de Abt de la porte behoort, die, des niette- genftaande, en offchoon hy misdag, op misdag begaat, telkens, door den Heer van iperen (1) en anderen, als een getrouw getuigewordt aange voerd. Men moet echter ook hier in behoedzaam zyn, en Reizigers, die waarlyk reisden, od een onbeweezen zeggen, niet voor bloote faamftellers houdendit ongelykis thevenot aangedaan, zo door moreri, van wien iemand zegt: dat hy het Privilegie beidtom in Alphabetifche orde te lie- gen (1) Brievenoyer het Hooglied's Hagc 177$.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 438