uit REISBESCHRYVINGEN. 36$ te in cook, en die geheele plegtigheid bedond daar in, dat zy zig ontdeeden, van een groot deel, hunner kleede ren en die nieuwe Vriendendaar mede bekleeden (r). Hier ontmoet men, eene merkbaare overeenkomst, tusfchen een Israëlitisch en Zuid- zeesch Gebruik: maar nogthans, kan het laatde, het eerde, niet ophelde ren; en het zou eene ongegronde re deneering zyn, wanneer iemand, hier uit, het gevolg wilde trekken, dat jonathan bepaaldlykten teeken van Vriendfchap, zyne kleeding, aan David gaf, en niet, gelyk anderen willen, ten bewyzevan Eer (s); of ten betoogezyns Afdands, van het Kroonrecht (t). Vondt men, in tegen deel, een zelfde gebruik, als van de Qtahiten wordt vermeld, by de Ara- bierenof by eenig ander, met de Is raëlietendoor nabuur- of namaag- fchap, verbonden Volk, dan zou de XI. DEEL. A a Op- (r) Voyages au tour du Monde entrepris par ordre de fa Majestè Britannique. Redigês par j. iiaw- kesworth. T. II. p. 319. (s) Verg. h arm ar. a. b. D. III. bl. to8. (t) Zie de Uitlegk. Fermakel. van uen Wel Eenv. Ileere p. nieuw land. I. D. bl. 132. e. v. Vergel. arabsiaöie Fitce ïim'uri Hiftoria. T. Ip. 356.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 443