6. Men moet altoos zorgen, dat men uit zulke Gewoonten, die in het Oos- Aa 3 ten UIT REISBESCHRYVINGEN. 373 fchap heeft, uit welke hy onder andere bh 305 e. v. de nederlaatingvan den geraakten mark. II4 en lijk. V: 19 vermeld, tragt optchclderen. Het zelfde heeft ook de Heer höst en op eenezo het my voorkomtmeer natuurlyke wyze gedaanin zync reeds booven aangehaalde, Nachrichten enz. f. 264. Deeze vermeitdat menrondom de platte daken der huizen, zo wel aan die zyde, welke naar de 11 raatals aan die, welke naar de binnenzyde, ran het gebouwof naar de open plaatsrondom welke het is opgetrokken, ziet, eenen muur heeft, om te verhoeden, dat niemand van het dak afvalle; maar onder dien muur nu, zegt hy, is een krans, of voor- uitdeekende randvan groene dakpannenzo wel naar de binnen, als buitenzyde, van het gebouw, en hy meent, dat het langs dien rand van pannen was, dat men den geraakten afliet, en men daar uit, de woorden moet verklaarenvan lukas dat zy hemdoor de tigchelenneder lietenmet het bedde ken in het middenvoor jesus die op de open plaats, aan de binnenzydevan het huis zat te lee- ren. Deeze gedagte, is zeer eenvoudig, want dat Sia kan beteekenen: langsis, uit Hand. IX: 26, en 2 Cor. XI: 33, door shaw al getoond; doch het geen de Hooggeleerde Heeren segaar en van ha- melsveld de eerltein zyne Obfervatt. in luc. Capita XI prior apag. 177, en de tweede, in zyne Dis/', de Aedib. Velt. Hebr. pag. 56tegen de ge dagte van shaw reeds aanmerkten, dat zv naamlyk niet zeer ftrookt, met het Verhaal-, van marcus die zegt, dat zy het dak ontdektenkan men insge- iyks, tegen dit gevoelen, van höst .inbrengen, j. e. fa»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 447