37*5 g. kuipers over de h. s.'
By geen der Oosterlingen, zyn de Ze
den en Gewoonten, zo onveranderd
gebleevenals by de Woèstyn bewoo-
nende Arabierenwaar voor zeer na-
tuurlyke redenen zyn (f); maar by die
geene, welke in Steden woonen, en
die met andere Volken gemengd zyn,
•hebben zy veranderingen ondergaan,
cn ondergaan die nog telkens, hoewel
niet zo fpoedig, als by ons, in alles
waar in, of, van de oudlie tyden af
aan, ingewortelde vooroordeelenof
de gefteldheidvan het Klimaat, of
andere natuurlyke oorzaaken, zulk ee-
ne verandering niet verbieden. By hen
heerscht mede, de Mode, in de klee
ding, zo dat die der voorige jaaren,
niet naar de tegenwoordige gelykt (g);
voornaarnlyk heeft dit plaats, in de
hoofddragten (h); de kleeding, der
oosterfche Vrouwen, is in verfcheide-
ne Landftreeken, insgelyks zeer ver-
fcheiden (i). Wy hoorden, zo even,
chardin, dien anderzins zo grooten
Voor-
(f) Men leeze hier over, inzonderheid, het voor-
treflyk Gefchrili: r. woods Herfuch iïber das Ori-
ginalgenie des Homers, f. 176. u. f.
(g> Zie NiEBüHR Reizè naar Arabt'è. I. D. bl. 151»
(h) Dezelve a. b. hl. 153.
Dezelve a. h. bi. 157,