UIT REISBESCHRYVINGEN. 377 Voorllander, van de onveranderlyk- heid, der oosterfche Zeden, reeds fpreeken, van eene nieuwe Mode, in het rtïaakender huisdeurenhero- dotus fchildert ons de PerJenvan zynen tyd al af, als gezet op de na volging, der kleedingswys en der Lu xe, van vreemde Volken (k). I 7. Men moet zig wagten, van, uit de verhaalen, der Reizigers, zulke zaa- ken optehelderen, die geene ophelde ring behoeven, maar by alle Volken, by de Hottehtottenzo wel als by Fran- fchen, te Peking, zo wel als te Jmjler- dam, plaats hebben. Wie keurt het niet af, wanneer hy eene plaats, uit chaudin, alwaar deezezegt: dat men de pinnen en nagels, die tot de oos terfche huizen gebruikt worden, zeer vast pleegt inteflaan, door harmar (1), ziet aanvoeren, ter Opheldering, van jes. XXÏI: 23. ik zal hem vastmaaken, als eenen nagel, in eene vaste plaats, want waar flaat men, zulks noodig A a 5 oor- (k) Hi ft or. L. I. C. 135. p, m. 58. (1; a. b. V. D. bl. 63.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 451