M A liA K S E TIN-ERTS. 38$
den worden, ten teken ftrekken voor
de Mynwerkers, dat 'er geen Erts
meer te vinden is; weshalve dan met
graaven opgehouden wordt»
No. 5.
Steenige Erts, uit de Myneri in 't
Gebergte gegravenwelke eerst fyn
geftampt en gewasfchen, en vervol
gens gefmolten wordt.
De fmelting gefchiedt op twee
verfchillende manieren. De Chi-
neezen, wien door den Perafchen
Vorst, weinige jaaren geleeden,
5, vergund werdteenereeds lang
3, door den Inlander verlateneMyn te
openen; doch die echter het Tin,
3, voor den daar toe geltelden prys,
3, moeten leveren; fmelten hetzelve
3, in een yzeren Pot, die op een foort
van Oven ftaat, welke van aarde
3, is opgeworpen, Deeze Pot of Pan
3, ftaat altyd fcheef, en daar uit wordt
het gefmolten Tin met lepels ge-
5, fchept, en in Vormen, die llegts in
j, de grond zyn uitgehold, gegooten,
Bb 2 Dee-