388 M. HOUTTUYN OVER DE Deeze Oven wordt aangeftookt door een fterk kolen-vuurvan zeker Hout, 't welk men byzonder daar toe uitkiestom dat het flerker gloed geeft dan ander Hout: want 'er wordt een groote hitte ver- eischt, om dit Metaal uit zyne Erts te haaien. De Maleijers fmelten deeze Erts in gaten in den grond gemaakt waar aan zy insgelyks den naam van Ovens geeven. Daar doet men de w Erts met houtskolen by elkander in, tot dat de gloed of hitte der houtskolen het Tin uit de Erts doet M fmelten het welk dan ook in een 33 Vorm loopt, die insgelyks maar in 33 den grond is uitgehold. Door dee- 33 ze behandeling, echter, wordt het Tin zo fchoon niet uit de Erts ge- fmolten, als volgens de voorgemel- ,3 de, by de Chineezen gebruikelyke 33 gewoonte". Dus verre het gedagte Bericht; waar uit blykt, dat die laatlte manier met de voorheen gemelde, op 't Eiland Ban-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 462