ZOETWATER RADERDIERTJES. 393 voegenmen houdtze te regt onder de fraailte voorwerpen van hetMikros- koop. 2. Heeft de Groote Schepper, in den beginne, al het gefchapene, door een enkel bevel van Zynen wil, uit niet, daargefteldHy hadt alle voortgebrag- te weezens, elk in zyn zoort, door ee- ne gedurig herhaalde fchepping, kun nen onderhouden en bewaaren. Dan het heeft Zyne hoogde Wysheid be haagd, dit oogmerk, door een ander middeldat der voort-teeiinge nament- lyk, te bereiken. In deze betrekkin- ge echter, heeft 'er een aanmerkelyk onderfcheid plaats: zommige fchepfe- len zyn levendbarendeandere komen, gelyk bekend is, uit eijeren voort. Be langende de voort-teelinge der Rader* diertjesdeze is, in zoo ver ik heb kunnen ontdekken, door niemant der Natuur-onderzoekersnog befchre- venik zal het dus wagenmyne waarnemingenomtrent dit onder werp, gedurende twee jaaren, met al le naauwkeurigheidgedaan, voor te B b 5 ftelg

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 467