OVER HET GROND-YS. 4°>
dat er ook, als dan, zo veel Ys aan
den bodem en de zyden hunner Schui
ten groeit, 't geen den voortgang in
het zeilen geweldig tegenhoudt, dat
zy verpligt wordenom Touwen
voor aan onder den boeg te laaten zin
ken, en dezelve, alsdan, van vooren
naar agterenal fchuurendete trek
ken, op dat het vast zittende Grond-ys
losgaa en van het Vaartuig afvalle. En
dit is, meent men, eene derde proef:
voor de formeering van het Ys op den
bodem der Zee, en deszelfs opfchie-
ten naar boven. - Men haalt ook
aan, dat men, in den kleinen Zee
boezem, tusichen Volendam en Kat-
wouwaan den oever der Noordbol-
landfebe kust, fchuinsch over het Ei
land Marken gelegen, dikwyls by eene
bevroozene Zee, verneemt Zee-fchul-
pen, oude Muilen en Schoenen, bo
ven in het Ys vast zittende. Een an
der blyk, zegt men, van opgekomen
Ys, van den Zee-bodem, met dergely-
ke dingen. Ce Visfchers van Vol en-
dam, Marken en Ensnaar deeze ge
vallen gevraagd, hebben my verhaald,
dat hunne Fuiken, diep in de Zuider
zee met hokken vast gezet, om Haring
C c 4 te