4*0 t. f. martinet de Waterdeelefl aan de oppervlakte; blootflaande aan de werking der vries- deelen, niet geftremd wordenmaar wel de onderfte Wateren by den bo dem, waar op de vorstdeelen geene vrye kragt oefenen? Zullen zy de bo- venfte ongemoeid laaten, en de bene- denfte aanranden? Dan, deeze ge gronde redeneringen baaten niet, en, ongeacht de gezegden van winschoo- ten en nollet, waant men meer te mcreten vertrouwen op de gemelde ondervinding, die onze Zuïder-zee en Rivieren daar van opleveren. Om dit gefchil ten einde te brengen, dacht my best, door proeven te too- nen, dat de grond der Zee niet kou der is, dan de oppervlakte, en, by- fevolg, dat geene Ys-formeering al- aar plaats kan hebben. In den winter van den jaare 1771, nog te Edam in Noordholland woonen- de, befteedde ik daar aan verfcheidene dagen. Op eene opène plaats agter myn huis in de ftad, door andere wooningen gedekt; en dus, zo de Luchtftreek anders geiyk wasveel warmer, dan op het vlakke Ys der Zee, eenen goeden Thermometer, waar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 486