OVER HET GROND-YS. 425 de proeven, nogbeweeren, dat, juist en alleen ten tyde van de formeering des Grond-ysde koude grooter zy, op den bodem der Zee, dan boven aan» naby, of op de oppervlakte der Zee? Zal men, de werking der vriesdeelen of de wetten der beweging gade flaan- de, dit gelooven kunnen? Zouden de vriesdeelen beneden en niet boven werken? Hoe gaarne zou ik ook dit, hoewel noodeloos, zelfs by on guur weder, beproefd hebbenzo de gelegenheid my maar niet ontbrooken liadt Dan hoe zal men het tegengeftelde gevoelen, namelyk, dc formeering van alle foorten van Ys, dus ook van het zo genoemd Grond-ys, niet bene den, maar boven aan de oppervlakte der Wateren, ftaaven? Hoe verkiaa- ren, dat het Grond-ys zich tusfehen de oppervlakte des Waters en den bodem der Zee of der PJvieren ver- toonen kan Of hoe de opgegeevene verfchynfelendie zo llerk voor het tegendeel lchynen te pleiten, weder- leggen? Wy willen thans op dit alles antwoorden. In eene onberoerde Zee? in ftille Kir

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 491