428 K. K. RE1TZ, BEREKENING woon is te noemen het evenredige deel (pa^s proportionals Van dit zoogenaamde heeltal (laat men den Logarithmus (zonder alsnu den index in aanmerking te nemen) in de Tafelen open uit deszelfs ver fchil met dien van het naastvolgen de getal, vindt men het verfchil tusfchen het eerstgemelde kunsttal, en dat van het gantfche gegevene getaldoor de zen regel van proportie: Gelyk het verfchil der twee heel- tallen (dat is 1.) (laat tot het verfchil hunner Logarithmi D: 200 (laat s, het proportionéle deel P(zynde niets anders dan het verfchil tus- S) fchen het zoogenaamde heeltal en het opgegevene getal) tot het ver- t) fchil V, tusfchen den bekenden Lo- garithmus van dat heeltal, en denge- zochten Logarithmus of 1 DPV. Dus behoeft men alleen de differen tie der twee kunsttallen, op gelyke wys als in andere tiendebreuken ge- fchiedt, te vermengen met het propor tionéle deel; en de uitkomst te voegen by den uit de Tafelen opgeteekenden Logarithmuswanneer de jom het ge- I

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 504