DEN POLYPUS.
495
of loture de chair voor den dag kwam,
aanhoudenook deedt zich nu eix
dan een fterke reuk opdie een aan-
naderende affcheiding te kennen gaf.
Den 31 Mey, nogmaals onderzoek
zullende doen, na de beide zilveren
draadenzoo van de eerfle als tweede
Afbinding, welke ik in een fcrook linne
had zamengewonden, om alle fchaa-
ving voor te koomen, had ik op 't on
verwachtst het genoegen, den fungus
na eene geringe pooging, geheel na
my te haaien (c); waarop dit geval,
in weinige dagenzich ten volle naar
wensch ichikte, en haar-Ed. als uit de
kaaken des doods gered werdt.
TWEEDE GEVAL.
Hier zoude ik deeze eindigendan
na dat myne Patiente, reeds federt
het begin van Mey 1784, van alle toé
vallen van bloedvloeijing, en daar op
gevolgde zwakheid ontheeven was,
dagelyks meer en meer in krachten
toenam, terwyl de menfes of maande-
ïykiche zuiveringen, op hunne behoor-
ly-
<c) Zie plaat I. figuur II