DEN POLYPUS. 503
voor, met byvoeging van corrobo-
reerende middelen.
Den 23 was haar Ed. vry welvaa-
rende, werdt in 't geheel geen vloed
gewaar, maar wel een dikke lendeltof
met zwaare reuk verzeid.
Buiten eenige fpasmodicque aandoe
ningen van het zenuwgellel, was haar
Eds. toeftand den 23, 24, 25, 26 en
27 December, naar wensch.
Den 28 December in den morgen j
viel op het onverwachtsttot haar hlds.
grootte vreugde, de zilveren draad af,
en te gelyk de funguswelke laatfte
alvoorens gebarften was, (mogelyk
den 23) en eene papachtige Hof van
zich had gegeeven vergelyk hier
mede het tweede Geval, in de Ver
handeling over den Polypusin het 10
deel van het Zeeuwsch Genootfchap
enz. bladz. 533, door my opgegeeven,
waar door dezelve zeer ingekrompen,
en de figuur hadt, gelyk plaat I.fig. 111.
heb afgebeeld.
Wat de draad aanbelangt, deeze
fcheen byzonder zyne uitwerking ge
daan te hebben, alzoo het oog naau-
;wer toegetrokken was dan met rede
O o 4 had