CONSTRUCTION DES VAISSEAUX. 15
propriété de le foutenir fur la lame,
du moins dans le cas oü le ventest mo-
déré.
40. La propriété de f'élever fur la
lame ou de ne point f'affaisfer fous le
poids du vent dans les voiles, lors
qu'il est frais et tres ferme fans estre
orageux.
s°. La docilité aux gouvernail et aux
voiles.
6C. Enfin une moindre deviation
dans les routes obliques.
Dans les circonftances communes,
la longueur d'un batiment de Com
merce est déterminée par 1'importance
du projet de i'armateur; le tirant-d'eau
l'est par des limites naturelles, c'est
a di-
?ssss§&ssssss@sss$sss@g
fchap om zich op de baaren ftaandc te houdentea
minlten in het geval als de wind gemaatigd is.
4I De eigenfclaap van zich op de baaren te verhef
fen of niet onder de fwaart-e van den wind, in de
zeilen, als dezelve ftyf en zeer beftenuig is, zonde 1;
onftuimig te zyn, nedergedrukt te worden.
5° Wei na het roer en de zeilen te luisteren.
6°. Eindelyk eene mindere afwykingin de fcïani
ne ftreeken.
In de gemeene omdandighedenwordt de lengte
van een Koopvaardyfchipdoor het aanbelang, des
ontwerps van den Reeder bepaald de waterdragt is
zulks j door natuurlyke paaien, dat is te zeggen,
dooi,'
