16 GARNIER MEMO I RE SÜR LA a dire par la profondeur du port oti rl fera conftruit et de ceux qu'il est désti- né a fréquenter; enfin la largeur est réglée asléz généralement entre le tiers et le quart de la longueur, enforte qu'un batiment de 120 pieds mefurés de rablure en rablure, fur la ligne d'eau en charge, en a communement 35, ou environ, dans fa maitresfe cou pe, mefurés de dehors en dehors des bordages fur la ligne-d'eau en charge: le qui montre qu'il ne peut f'elever de Question importanteque fur le rap port de la largeur a la longueur: car le tirant-d'eau est réglé par les circonftan- ces phifiques des ports et des costes, a mo ins sssssssssssssssssssssss door de diepte, van de haven, alwaar het fchip ge bouwd zal zynen van die havenwelke het zelve Zal moeten aandoen, eindelvk wordt de wydtc, alge meen genoeg gefchikt, tusfchen het derde- en vierde deel, der lengte, zo dat een fchip, van 120 voeten gemeten, van fponning tot fponning, op de water- lyn, in ladinge en op de grootfte wydte doorgaans 35 voeten, of daar omftreekswyd is, gcmeeten bui- tensboords, op de waterijnin ladinge: het geen aantoontdat 'er geen gewigtigc Vraag kan voorko men als over de betrekking der wydtc tot de lengte want de waterdragt, wordt door de natuurlyke om- ltandighedender havens en kusten geregeldten zy mep

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 82