bybelschen sorek-wyn. 293
laken of vermillioen betekent (t)hec
meest overhellen, om aan de Paar
den Serukim eenmiddenkleur, tusfchen
zwart en rood, ik meen een blinkende
of gloeijende purperkleur toe te eige
nen en aan dezelveboven alle de
overige, den voorrang geven. Im
mers is deze kleur aan fommige Paar
den eigen: palladius (u) de voor-
naamlle kleuren der Paarden zullende
optellen, begint met eene kleur, welke
hy Badius noemt. De Grieken, van
welke de Latynen dit overgenomen
hebben, noemden deze kleur fix&iog
of, gelyk hesychius leest, (3dbg. Dees
en suidas nemen het voor een Zoon
dog (doet 'er dq laatstgenoemde by)
het betekent ook de kleur van een Paard.
Maar welk een kleur? s. m. gesne-
eus (v) verklaart het woord Badius door
Phoeniceus of Spadiceus, dat is purper-
verwig (w) of zwart rood; wy Neder
landers zouden zeggen kajlanje-bruin.
T 3 Dit
(t) Conf. braunius 1. c. lib. I. cap. VIII. VI.
(u) Lib. IV. tit. XIII.
(v) In Novo Thefaur. ad vocem badius.
(w) Conf. A. gui.{.11 Nofit. Attic. lib. II. cap.
XXVI.