INWINNING DER JOODEN. 351
Latynfche kerk, in het ftuk van de
blinde gehoorzaamheidmen vergelyke
p. molinuEI Thefesde veto obedientiae
Mon. 2333, in Thefes Theol. Sedan
T. 1. pag. 428 et 429. Begryp dit ech
ter zoo nietmyn Leezer, als of ik hier
mede beduiden wildedat de toeftem-
ming aan het overwinnend Euangeli-
um gegeven, aan de zyde der Jooden,
een blind werk zyn moeste, op het ge
zag hunner Voorgangers éénig rusten
de, dit zy oneindig verre. Neen! ik
voere dit enkel aan, om 'er uit af te
leidendat het gezag der Joodfche
Voorgangers, de ftugge onbuigfaam-
heid der joodfche harten, zoude leeni-
genen hen vatbaar maaken voor hun
onderricht, zoo dat ze een hoorend
oor, en luistergraage ziel bekomen zou
den; v/aar by, ten Hotte, nog komt,
dat de vermoogende en wellevende
Jooden in Europa,door zich, federt et-
telyke jaaren, op de fraaie wetenfehap-
pen toe te leggengelyk ik hier boo-
ven aanmerkte, een meer menfchelyk
verhand bekomende, van geenen ge
ringen invloed op hunne landgenooten
zouden kunnen zynwy kennen de
iMENDELSZOONS, de pintoo's, cn hoe
fom-