ZOETWATER RADERDÏERTJES. 399 offchoon nog in eene kloksgewyze ge daante (zie Fig. 7.) hun cierlyk rader werk, met eene verbaazende fnelheid rond draaiden. Bezig zynde met dit wonder te befchouwen, ftond ik niet weinig verbaasd, toen ik zag, dat één van dezelve, welke ik juist, op dien tyd, onder het oog had, zyne radertjes introk, in eene klootronde gedaante ver anderde, en op den bodem van het horologie-glas leggen bleefzie Fig. 8. waarfchynelyk, om in die gehalte zy- nen haat van volkomenheid te erlangen. Dit althans leerde my de uitkomst: Fig. 9. vertoont een klein Rader diertje zoo als het, uit deszelfs klootronde ge daanteis te voorfchyn gekomen; en gaat men in de waarnemingen voort, men heeft wel haast het genoegen, om te zien, dat het water, in 't gemel de glaasje, met een groot aantal, van zoortgelyke diertjes vervuld wordt. Terwyl het eene aangenaame uitban ning voor eenen Waarnemer oplevert, om na te gaan, hoe deze Infecten, in hunne onderscheidene (laaten, met eene verbaazende fnelheid, in het water fwemmen, zonder eikanderen in het min-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 473