hi het eerst vryftaan zonder eenige be
lasting maar naderhand by het begra
ven van iemandEer-teekens oprigten-
dezoude zulk een daar van ook eene
belasting aan de Kerk kunnen betaalen
even als dit nu gefchiedt voor het op
hangen van Wapenborden in de Kerk;
het welk in de Kerk te doen ook noch
konde vry blyven, hoe wel ik het liefst
zagdat daar in geen een van de zulken
waar van veele Kerken haast vol, en
die ook zeer gevaarlyk zynmeer ge
vonden werden; of dezelve beter aan de
zyden en niet door de geheele Kerk
door, zoo als nu, gerangfchikt wer
den. En eindelyk de oudebegraafplaat-
fen in de Kerken en op de Kerkho
ven moesten blyven liggenen niet ver
anderd noch geroerd worden, maarge-
confidereerd als res nulliuszaaken die
niemand toekoomen, gelyk de Rechtsge
leerden zeggenen op dit laatfte ver-
eilchte moest zorgvuldig acht geflagen
■worden (7/), zoo ombeflnettmgvoorte
koo-
73 J. D. V. LEEUWEN, OVER BE
(JT) By eene Ordonnantie, nopens de begraaf
plaatsen en lykftatien in het Koningryk Hungaren
door de Keizerin Koningin in 1778 geëmaneerd
is, daar tegen ook uitdrükkelyk gezorgden bevo
len dat de oude Kerkhovenwelke van geen ge
bruik meer zyn, met mogen geroerd noch gebruikt,
maar