ëegravingë in steden enz, iog lyk gebruikt wierden, tot die heilige oogmerken, waar toe de Goddelyke Voorzienigheid dezelve beftemd heeft. Het Genootfchap heeft de lauwers op gehangen; en ik zal tragten 'er na te worftelenmet die vrymoedigheidwel ke een burger betaamt: doch zonderde Overheden en Burgers aan te maan en tot hunnen pligt, is het my niet mo- gelyknaar den prys te dingenen de- wyl fommigenin dit gewigtig ftukver- eelde en onaandoenlyke harten hebben zal ik ook verpligt zyn, om hen op den bodem van het hart te bonfenof 'er ook noch gevoeligheid in te krygen ware. Dcwyi de fchadelykheid der begrave- nisfen, binnen de Steden en Kerken, ten vollen beweezenen vry algemeen erkend iszoo z-al het onnoodig zyn om my daar over veel te uitenen die 'er nochonder de verftandigen aan twyf- feltdie kan de opgenoemde Schrvvers 'er over nazieninzonderheid zullen de fchriften van de twee beroemde Leid- fche Hoogleeraars te water en kluit in ftaat zynom dezulken te overtui gen. Ik zal derhalven aanltonds tot het beantwoorden der twee voorgemelde vraagen overgaanWelkezyn de verfchil G 5 len-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 127