begravinge in steden enz. 121.
de voorige eeuwen noch Egyptenaar»
noch Griekennoch Romeinennoch
e erf te Christenen om dachtenja een
af gr y zen van hadden)en dezelve zoo
danig te plaatfendat zy tot nadeel der
kevendigen kunnen verftrekkenzonder
dat men tot noch toe die afgodifche en
fchadelt ke gewoonte zoekt uitte roeijen;
onze dierbaare. Republyk is zelfs in dit
ft uk onbarmhartiger en onverfchiHiger
gebleven, dan alle overige landen van Eu
ropa. plutarchus zegt elders die
ons regeerendooien wel in veele zaa-
ken, niet om dat zy niet anders willen:
maar om dat 'er niemand isdie hun
durft waarfchouwen. Zulksbeken ik
heeft fomtyds plaatsdoch veritandigen
hebben reeds voor honderd jaaren dit
monfter wel beftreedenzonder vrucht;
en de Dichter a. stein befpotte reeds
in de zeventiende Eeuw, het begraven
der Doodenop deezen geestigen trant
Hier brenght ghy d'd.ooiaasdat geenJuy~
vre Jood mocht rdaken.
Ghy gaet Godts duur faam Huystot eene
rotplaats manken.
Haartlevandegebe.dt isgeunigh offer wer ck:
Wat' doet daar doodt gebeent ofvuyle flank
•■"'de/Kerck?
ii 5 van