veroorzaakte. Geen wonder dus, dat
het geringde volk zelfs 'er niet gaar
ne hunne dooden begraaft: wat doch
is 'er fchandclyker, en verachter, dan met
jesaiïel na zynen dood van de hon
den ge vree ten te worden. Ik zelf heb
op het Reinsburger Bolwerk te Leiden,
daar de beenen en fchenkels by honder
den open lagen, meenigmaalen gezien
dat de honden aan dezelve knaauwden;
daarze zoo hoog lagendat als men de
bekoorlyke Cingels rondwandelt de
doodskoppen boven het Bolwerk uitftee-
ken. Myns bedunkens was het beter
dat men dezelve in een knekelhuis ver
borg; of dewyi 'er geene knekelhuizen
op veele Kerkhoven zyndezelve on
der de aarde verborg: want het oprich
ten van been- of knekelhuizen zou mis-
fchien veroorzaakendat het begraaf-
geld voor den gemeenen man verhoogd
wierd. Hier by koomt noch dat op
fommigeKerkhoven geene veilige rust
plaats is voor de dooden maar door de
greetige liefhebbers der nuttige Ontleed
kunde fomtyds, offchoon tot eenprys-
waardig oogmerk, graffchenderyën be
gaan worden: want men heeft, in fommige
Steden, geen goede inrichting, om aan
de liefhebbers der Anatomie de vereisch-
te
EEGRAVINGE IN STEDEN ENZ» 12.5