gen zoo zeer gewoon was. Het bewys derhalven van een oude gewoonte is geen bewysdat wy 'er aan moeten ver fiaafd blyven; en verdient het bewys van oudheid eenig gezagdan moet de begraving buiten de Steden de voorkeur hebbenwelke by de oudheid altoos plaats gehad heeft. Ik moet hier noch tans aanmerkendatzoo het my vobr- koornt, de jgefteldheid van onze Repu- blyk thans niet zeer gunftig en gefchikt is, om die gewigtige veranderihg, in het begraven der doodente ondernee- men en ik geloof, dat de Wel Edele Heeren Beftierders van 't Zeeuwfch Ge- nootfchap zulks met my zeer gaarne zul len toeftemmendaar de eendracht tus- fchen den Vorst en veele Regenten is gewecken, en de partyzucht van veele Burgers ten top is gefteegenzoo dat de eene broeder den anderen ftaauwlyks dul den kanja de twistzieke en oproerige gefteldheid van veele ingezeetenen zou de misfchien hinderlykzyn aan zulk eene pryzenswaardige verbetering. Hoe nut tig en noodzaaklyk het fomtyds isorn eene zaak te verbeteren, zoozynnoch tans alle tyden daar toe niet even ge fchikt: de Hoogleeraar pes tel zegt met rechtfsepe interest civitatiserrorës 1/2 CORNELLS TERNE, OVER DE in-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 194