XVII zilveren eerpenning is gefchonken. Wat vyders de Inhoudvan dit Twaalfde 1)eels eerfte Stuk betreft: men vindt daar in deTwee bekroon de Antwoorden, van de Heeren van leeu\7en(s) en terne, over de Schadciykheidder Bcgravcnisfen, binnen de Steden en Kerken. Het Gcnootfchap wenscht niets vicriger, dan dat eenc onbevooroordeelde Lee- zing en Overweging derzeive ge volgd mag wordenniet ilegts door eenc Men kan niet nalaaten, hief aanteteekenen, dat de Keer van leeuwè-n, by de Les, bet Voorbeeld heeft gevoegd: hebbende twee zyner Kinderenlaaten begraavenop het Kerkhof, te Avezatkenaan de zydevan den daar langs loo penden Utrechtfcken Zandweg; op cenen Steen, in den Kerkmuur, van buiten, boven het Graf, dat bchoorlyk afgeperkt isleest men dit Opfchrift Hier rust rnyn Oudfte en Jongjle Knul. AiLezerfla dit voorbeeld gade. Zytlevend, een waar Menfchen-vrind E',i doe ook, na uw dood geen febade. Ook is men aan zyn Wel-Ld. Gcb. vcrornasni- lyk verfchuldigd, het Plan, ter oprigting, van eene Begraafplaats, buiten de Stad Thiel. Een Plan, in welks uitvoering, men reeds verre gevorderdrs, en het welkdoor den loflyken Maglftraat dier Stad»: als nrede door Hun Ld. Mog. wordt begunlligd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 19