184 cornelis terne, over de in het jaar ryo6een fraaije verhandeling daar over gefchrevenenom anderen ftilzwygende voor by te gaanzoo heeft de Wel Edele Heer a. p e r r f n o t dit gewigtig ftuk opzetlyk behandelden zoo wel in zyn leevenals na zynen dood, verftandig getoonddat het be graven buiten de Steden, hem ter har ten ging, en noodzaaklyk is. Niet zon der moeitetegenfland en zwaare kos ten liet hydat duurzaam gcdenktee- ken ter Navolging op den Schevening- fchen weg oprichtenmaar die bygeloo- vige begrippen werden in voorige eeu wen niet ernftig genoeg beftredenen dit gefchiedt noch niet naar waarde; dus bleven dezelve heerfchende en heer- fchen noch. Dit gaat zoo verdat fom- mige menfchen zich verbeeldenCode eenen dienst te doen door in de Ker ken te begravenen dat zy hier mede zou den toonen Christenen en geenfms Joo- den te zyneven als men eertyds ge loofde Gode eenen dienst te doendoor menfchen te doodenwelke in Gods- dienftige begrippen verfehildendie om deczc reden als Martelaars naar de brand- ftapels en galgen gefleept werden» Vee- len meenenmen moet voor de Gods huizen zorgenen 0111 dat deeze voor- dee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 206