alleen verhoedenmaar ook dat zywel ke dwaashedenin de opftanding der dooden niet van eikanderen zonden ge- fcheiden zyn, maar by elkander veree- nigdvoor den Rechter van hemel en- aarde zouden kunnen verfchyncn. Hoc is het mooglyk, dat zulke bedroef de onkundige Menfchen in den Her vormden Godsdienst gevonden worden? En evénwel treft men dezulken waar] yk aan. Wy mogen met johannis hus, toen hy naar den gevloek ten brandftapel geleid wierdten een onkundigen yve- raar een frrootje zag aandraagenom de Vlam te vermeerderenook wel uitroe pen: o Sancta Simplicitas o Heilige On- noozelheid 1 Behoorde eik niet overtuigd te zyndat de verfpreiding der lichaara- lykc dcelen, door de vernielende ty- denen het rollen der eeuwentoch gebeuren zalen door het zondig be graven in de Kerken niet geweerd kan worden: alle die denkbeelden zyn der- halven valsch, bygcloovig en verfoei- jenswaardig. Sommigen zyn noch met andere by- geloovige denkbeelden bezield, engce- ven voor, dat de Kerken niet alleen, uit hoofde van hun geloof,- hunne ei gendommen zyn, om hunnen Godsdienst- 'er 136 COPvNELIS TERNE j OVER. DE

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 208