2dO AANHANGSEL ÓVER. te verzoeken. Dit behoorde elk lid der Magi- flraac te doen» Dan zou men best hooren, ,waar het gemeen heen wilde; men zou de te genwerpingen verneemen, en die vervolgens kunnen wederleggen. Pin. hoedanig zouden de befluiten van het gemeen zyn, wanneer het hoor de, dar een Regeering, by alle gevallen te ken nen gaf, hoe nuttig het vooreene Staden hoe aangenaam he; voor de Regenten in 't byzonder zou weezenwanneer Burgers daar toe wilden koomen Maar neigen nu onze beftierders wel tor eene zoodanige verandering !s het hun ernst? Z) n zy allen is de helftis het derde of vierde deel van hun in elke plaats, in der daad vol- ko men overtuigd of geneigd, tot eene hervor ming in deezen verneemt men dat, in de d2ge- lykfche t'zaamehfpraaken wordt 'er wel iets van te kennen gegeeven of moet het volk eerst be- ginntn, zonder te weeten, hoe deMagistraaten gefield zyn, hoe zy daar omtrent denken? Con cordia res'6cc„ BI. 2 Bat het heflaan der Kerken te veel Jydcn zoudeUit hoofde van de inkomllen op het begraven, zoo ook de Kosters, Aanfpreekers en Doodgravers, die daar van leeven; maar dit alles kon op den ouden voet biyveu» zoo is'tin 'j HugeAl wie in het Schevenïngjche kerkhof ter aarde wordt befteld, moet even zoo veelaan de Haagfche Kerken enz. bëtaalenals of hy daar begraven wierd. Dus zoude deeze beden king ras vervallen, als men eensgezind was in de groote zaak. Concordia res &c. De zwaarigheid nopens het beftaan der Ker ken, en de bedienden derzelve, fpruit uit de bron

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 262