worde met hooge muuren, met yzere pinnen, die het over klauteren beletten. Een paar of meer reken hoornendaar om heen te zetten» zou met den tyd, zulk een Kerkhof deftiger maa- ken, en een fomber aanzien gee ven, hetgeen met den aart der zaake, zeer wel zoude over- eenkoomen. Geen gemeene maar eene zeer grootfche poort van eene deftige bouworde, moest aan den in gang liaan, met een welvoegend Nederduitfch Opfchrift daar boven. Binnen moest eene aüernaauwkeurigfte zinde- lykheid, welvoeglykheid en orde bepaald wor den: Hier in kan niet te veel gedaan worden. Eenige plaatfen moesten als 't ware voor de beste gekeurden alleen voor Lyken van rang beftemd worden, mits dat men iets mee; daar voor betaalde. Het onderfcheid na den dood, begeert men ook in acht genoomen te hebben. Andere graven behoorden voor de tweede, en eenige derden voor lieden van de geringfte klas- fe gehouden te worden De uiterlle naauw- keurigheid behoorde daar by in acht genoomen te worden, en elk vryiieid gegeeven, om of by het bouwen tegenwoordig te mogen zyn, of zyne aanmerkingen daar omtrent alvorens te mogen opgeeven. Zal men zulke Begraafplaatfen aanmoedigen, en het volk daar toe overhaalendan moeten de Magistraaten niet in gedachten neemen, de kosten op rekening der Burgeren aan te fchry- ven, ten zy, die zouden begeeren dezelve te betaalen. De Steden zelve moeten uit aanmer- kinge van het voordeel, het welk zy daar van genietenen op dat alles met het minfte onge? Q 3 noe» DE BEGRAVINCE ENZ. 245

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 267